Laughing Song
When the green woods laugh with the voice of joy,
And the dimpling stream runs laughing by;
When the air does laugh with our merry wit,
And the green hill laughs with the noise of it;
when the meadows laugh with lively green,
And the grasshopper laughs in the merry scene,
When Mary and Susan and Emily
With their sweet round mouths sing 'Ha, ha he!'
When the painted birds laugh in the shade,
Where our table with cherries and nuts is spread:
Come live, and be merry, and join with me,
To sing the sweet chorus of 'Ha, ha, he!'
William Blake
vrijdag 5 oktober 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
In het gedicht staat dat hij geniet van de regenboog in de lucht. Zo is het altijd geweest, zo is het nu en zo moet het in de toekomst zijn. Is dit niet het geval, dan heeft het leven geen zin. En het kind is de vader van de man en hij wenst dat zijn dagen begrenzen met natuurlijke godsdienstigheid. Oftewel het is altijd belangrijk om het kind in jezelf te hebben/zijn en op die manier te kijken.
En de natuur is weer heel belangrijk. Dit gedicht is dus een goed voorbeeld van een gedicht uit de Romantic Period. Kenmerken hiervan zijn namelijk dat gevoelens heel belangrijk zijn, dus in dit geval het kind-zijn en de natuurlijke godsdienstigheid. Daarnaast speelt de natuur heel erg, en dat is in dit gedicht heel duidelijk, namelijk de regenboog in de lucht. Vandaar ook de titel ‘The Rainbow’.
Een reactie posten